Inspirator Sneek: Esther Bosman (borstkanker)

07 juni 2023 11:17

‘Wil je de korte of de lange versie?’

Even voorstellen: Esther Bosman-Broekhuis
Getrouwd met: Bart
Mama van: Benthe (9), bonusmama van Kevin (15) en Joyce (16)
Beroep: rechercheur bij de politie (nu 100% arbeidsongeschikt)
Diagnose: borstkanker (2016) 

Esther Bosman-Broekhuis is binnen de Maarten van der Weijden Foundation voor velen geen onbekende, haar man Bart is al geruime tijd vrijwilliger en samen met dochter Benthe zwemt zij in Sneek mee. Hoe bescheiden en zichzelf zeker niet op de voorgrond zettend, zo openhartig is Esther als het gaat over haar borstkanker. Dat dwingt respect af, vooral omdat zij tot op de dag van vandaag nog met de gevolgen van de behandeling kampt.


Wanneer merkte je dat er iets niet goed was?
‘We waren in 2016 op vakantie in Friesland en ik was wat afgevallen. Er was niet veel meer over van mijn voorkant en bij het voelen merkte ik een knobbel. Bart vond het niet normaal en we hebben vanaf ons vakantieadres een afspraak met de huisarts gemaakt. Eerlijk gezegd had ik wel direct zo’n onderbuik gevoel, maar bij controle zei de huisarts dat het waarschijnlijk wel een verdikking van de melkklierschijf was. Na een week of drie zat het er nog, ik was ongerust en zonder aarzelen stuurde huisarts mij door. Tja, het was foute boel, het zat ook in de lymfeklieren.


Wat was je eerste reactie en die van je omgeving?
‘Huilen uiteraard. Mijn eerste vraag aan de arts was “ga ik nu dood?” Mijn grootste angst was onze dochter Benthe, zou dit kleine meisje van 2 jaar oud nu opgroeien zonder mama. We hebben haar niet tot in de finesses alles vertelt, alleen dat mama zieke borstjes had. Moeilijk was het moment dat ik het mijn ouders moest vertellen. We waren naar Twente gereden zonder het vooraf aan te kondigen. Voor hen was het moeilijk, later zeiden ze dat de wereld onder hun voeten wegzakte. En ach, tijdens de chemo zat mijn vader naast me en hij voelde zich zo machteloos.’


Hoe ging de behandeling?
Er werd gezegd dat ik er zeker een jaar mee zoet zou zijn, maar dat het goed te behandelen was. Daar moet je dan op vertrouwen. Ik vond vooral de onzekerheid tijdens alle onderzoeken, voorafgaand aan de behandelingen, vreselijk. Je weet nog niet waar je aan toe bent en leeft in angst. Je kent de reactie: vluchten, vechten of bevriezen. Waar ik normaal gesproken “vecht”, “bevroor” ik als ik weer een uitslag kreeg. Ik kon amper lopen of praten terwijl ik in de wachtkamer zat. In het AVL in Amsterdam werd ik behandeld, 20x chemo gehad, een dubbele borst-amputatie met reconstructie, 25 bestralingen en tien jaar anti-hormoonbehandeling. Op zich gingen die behandelingen goed, ik had bijvoorbeeld tijdens de chemokuren een ice cap om te zorgen dat mijn haar niet uit zou vallen, dit was niet fijn maar ik behield wel grotendeels mijn haar.'


Hoe voelde je je in die tijd van behandeling?
'Tijdens de behandeling heb ik een knopje omgezet, ik wist dat het een zwaar traject zou worden en had maar een doel: ik wil niet dood! Soms was ik er met mijn hoofd niet bij, zat in een soort van bubbel. Achteraf denk ik wel eens wat is er allemaal gebeurd? Lichamelijk onderga je alles, maar uit bescherming blok je ook veel dingen. Kijk, je hebt ook nog een peuter thuis rondlopen. Ik wilde voor haar graag de mama zijn zoals zij die kende. Ik was vermoeid door de behandelingen maar een peuter van 2 heeft daar natuurlijk geen benul van. Die combinatie was pittig.'


Van wie kreeg je de meeste steun?
‘In ieder geval van de knuffels van Benthe. Zonder ieder ander die voor ons klaarstond tekort te doen, is dat toch Bart. Ik hoefde “alleen maar” ziek te zijn en verder werd echt alles geregeld door Bart. Het was ook in onze relatie een moeilijke periode, zeker voor hem. Je leeft op twee eilanden, ik ging voor het overleven en was best wel egoïstisch, Bart zat in de regel- en actie modus. We hebben elkaar gelukkig weer terug gevonden. Er was uiteraard veel steun van familie, vrienden en natuurlijk mijn ouders.’


Hoe reageerde je op reacties om je heen?
‘Heel lastig vond ik als iemand zei dat ik er goed uitzag. Terwijl ik mij van binnen zeker niet zo voelde. Aan de andere kant wil je ook niet zielig gevonden worden. Je merkt dat er twee soorten reacties zijn, sommigen willen het naadje van de kous weten andere hadden na een zin genoeg en gingen over tot op de orde van de dag. Soms vroeg ik: ‘wil je de korte of de lange versie? Maar het blijft moeilijk voor omstanders om op de goede manier te reageren, het is net hoe je jezelf op dat moment voelt.’


Wat was de moeilijke periode?
‘Het was vooral de periode na het ziekteproces. Je bent een jaar kwijt en dan kom je erachter dat niks meer is zoals het vroeger was en dat je moet gaan accepteren dat er een duidelijk verschil zit tussen leven voor en leven na de diagnose. Het vertrouwen in je lichaam is weg, ieder bultje of pijntje zet je op scherp. Vooral het leren leven met de bijwerkingen na de behandeling van kanker is een heel traject. Ik had gedacht weer lekker aan het werk te gaan, maar na vier jaar “vechten” bleek dit niet haalbaar en ben ik voor 100% afgekeurd. Het ging gewoon niet meer, ik was licht ontvlambaar, weinig energie, vaak boos, slechte concentratie, snel gestresst, snel kortsluiting in mijn hoofd en een geheugen als een zeef.’


Wat motiveert je om inspirator te zijn voor de Maarten van der Weijden Foundation?
‘Zoals bekend zwem ik samen met Benthe mee, haar motivatie en wens is dat er in de toekomst niemand meer dood gaat aan kanker. Ik wil haar helpen om deze wens uit te laten komen. Als je heel realistisch bent zal dat vast ooit een keer gebeuren, maar ik ga meer voor de kleinere stappen. Ik zet me ervoor in dat er meer onderzocht kan worden zodat dat de behandelingen naar kanker dragelijker kunnen zijn voor degene die het moeten ondergaan en dat de kwaliteit van leven beter wordt. Er is gelukkig een stijgende lijn in het aantal mensen dat geneest, maar als je bedenkt dat nog 1 op de 3 te maken krijgt met deze nare ziekte, dan raakt het iedereen indirect of direct.’


Hoe gaat het nu met je?

Het heeft lange tijd gekost om te accepteren dat mijn leven van vroeger nooit meer terugkomt en eerlijk gezegd accepteer ik dat nog steeds niet, al leer ik er wel steeds beter mee leven. Het blijft lastig om dagelijks een stapje terug te doen. Dit is tegen mijn
natuur in. Ik wil zoveel, maar het kan niet altijd. Ook heb ik deskundige hulp gehad om met sombere gedachten om te gaan. Voornamelijk met de gedachte dat Benthe zonder moeder moet opgroeien. Af en toe slaat die angst toe, daar moet ik mee leren dealen. Gelukkig sport ik graag en dat is een fijne uitlaatklep. Ups en downs, dat zal wel altijd blijven. Maar ik ben er nog en daar ben ik dankbaar voor. Ik koester de mooie momenten met mijn gezin en dat hoop ik nog heel veel jaren te mogen blijven doen.' 

Esther is op zondagmiddag 18 juni inspirator in Sneek, waar het onderzoek van Dr. Marleen Kok centraal staat naar minder chemo bij borstkanker. Meer informatie over het onderzoek vind je hier