Inspirator Hindeloopen: Ingeborg Prins (hoofd halskanker)

16 juni 2023 09:29

Mijn man gaf ik een brief met doelstellingen

Even voorstellen: Ingeborg Prins (55) 
Getrouwd met: Henk, 4 bonuskinderen, heeft een broer en zus
Woont in: Utrecht op een woonark
Werk: Verricht hand- en spandiensten in het bedrijf van Henk

‘Behandel mij niet als patiënt en weet dat ik nog steeds dezelfde onhebbelijkheden kan hebben.’ Dat was een van de eerste opmerkingen die Ingeborg Prins zei toen ze hoorde dat ze mondkanker had. Die nuchtere kijk op de ziekte, haar optimisme en vooral haar doorzettingsvermogen om weer de oude te worden heeft ervoor gezorgd dat Ingeborg geniet van elke dag…

Wanneer werd je ziek en hoe ontdekte je dat?
‘Ik was niet ziek, voelde mij prima. Er zat een knobbel in mijn nek en die ging maar niet weg. Nu ben ik niet zo’n dokter-loper, maar Henk vond het toch beter om er even naar te laten kijken. Er werd een punctie gedaan, er kwam wat vocht uit. Een week later kreeg ik de uitslag: niets aan de hand. Toch was ik er zelf niet helemaal gerust op en een week later is er een biopt afgenomen en jawel hoor, na vijf dagen belde de arts dat het niet goed was, een plaveiselcelcarcinoom in mijn mond.’


Wat was je eerste reactie en die van je omgeving?

‘Dat ik het eerlijk gezegd wel verwacht had, dus een complete verrassing was het niet. Wel wilde ik dat er meteen actie werd ondernomen en de arts in Zeist verwees me door naar het Amsterdam VUMC. Uiteraard heb ik het ook meteen de kinderen en de familie verteld. Nu ben ik niet iemand die in een slachtofferrol gaat zitten en dat wil ik ook niet van mijn omgeving. Het eerste wat ik dus tegen ze zei: ‘Ik heb dan wel kanker, maar ik kan nog net zo vervelend zijn als voorheen hoor. Behandel mij dus normaal alsjeblieft.' Dat hebben ze vervolgens ook gedaan hoor.


Met welke behandeling ben je begonnen?
‘Het begon met een mri, een scan, een kijkoperatie en daarna 36 bestralingen, soms zelfs twee keer per dag. De eerste paar weken ging het makkelijk en merkte ik er weinig van. Bij de start van de bestralingen, op 15 november 2020, heb ik Henk een brief geschreven met daarin mijn doelstellingen voor de tijd van behandeling. Het was een heel epistel, de belangrijkste waren: elke dag naar buiten gaan; proberen te eten; blijven lachen en lief zijn; tijd besteden aan de familie; tegenslagen verwerken en elke dag een dansje doen en dankbaar zijn. Ik heb ook altijd zelf gereden, want Henk kan heel goed varen, maar autorijden is niet zijn ding, levensgevaarlijk!’


Wat was de moeilijkste periode?
‘In ieder geval niet tijdens de behandeling, iedereen was zo lief en aardig. Het was echt geen opgave om iedere dag naar de bestraling te gaan. De narigheid kwam pas daarna. Mijn mond en mijn tong waren verbrand, ik kon nauwelijks slikken en mijn smaak was verdwenen. Nu ben ik iemand van het doorzetten en klagen helpt echt niet. Dankzij de kaakchirurg, de diëtiste en de logopediste is het allemaal goed gekomen. Vooral de oefeningen die ik kreeg van Fennetta, de logopediste, heb ik nauwgezet gevolgd. Of eerlijk gezegd ik deed meer dan zij me had voorgeschreven. Dus elke keer met mijn mond rondjes draaien, tong uitsteken en veel bewegen etc, is het mij gelukt om bijna weer hetzelfde te praten als voorheen. Haha, mijn man zegt soms wel eens: had je maar een klein mondje gehouden, lekker rustig! Meent hij niks van hoor.’


Van wie kreeg je de meeste steun?
Nou van Henk natuurlijk en van mijn zusje! Van elk ritje naar het ziekenhuis maakten we een soort van feestje. Verder ons ‘gouden team’: de kinderen de grote familie- en vriendengroep om ons heen die altijd voor ons klaarstonden. Keertje lekker koken, boodschappen doen of er gewoon even zijn, dat is zo belangrijk en zo fijn. Als ik in de slechte dagen trek in iets had renden ze al naar de winkel om het voor mij te halen of was er mijn zus die mij een dagje meenam naar Zeeland, op de Brouwersdam zeehondjes kijken. Van alle liefde kreeg ik zoveel energie.’


Welke opmerkingen moesten mensen juist niet of wel maken?
Eerst een hele positieve: we ontmoetten een dame in een scoot- mobiel. We raakten aan de praat en zij had een geweldig levensmotto: Als klagen ergens toe dient moet je het doen, dient het nergens toe houd dan je mond. Geweldig toch. Tja en dan de negatieve opmerkingen. Hoe irritant als er wordt gesproken over K in plaats van kanker, onuitstaanbaar. Of als ze naar je wijzen of fluisteren waar je bij bent, heel irritant. Of nog een: we gaan ervoor! Hallo, ik heb kanker jij niet he. Kreeg ook verhalen van iemand die het ook had gehad en was overleden. Ja, op die verhalen zat ik echt niet te wachten,.’


Waarom inspirator voor de Foundation?
‘Het klinkt cliché, er is geld nodig voor onderzoek, zo simpel is dat. Voor mij persoonlijk is het vooral mijn dankbaarheid dat ik niet in India, maar in Nederland woon en dus alle mogelijkheden heb gehad om de beste behandeling te krijgen. Dankbaarheid naar mijn behandelend artsen en in het bijzonder mijn logopediste Fennetta die mij onvoorwaardelijk heeft gesteund. Vanaf het begin dat ik het Amsterdam VUMC binnenstapte voelde ik de betrokkenheid van het behandel-team, laat mij nu iets kleins terugdoen toch.’


Hoe is het nu met je?
‘Prima, ik geniet van elke dag en elk moment. Ik sta positief in het leven. Zelfs als ik mij niet zo lekker voelde bleef ik echt niet op de bank hangen, maar probeerde toch een rondje te lopen. Dan kleedde ik me mooi aan en zorgde ervoor dat ik door verzorgd haar en make up er tip-top uitzag. Weet je dat de hele periode van behandeling voor Henk moeilijker was dan voor mij? Zelf ben ik nooit bang geweest, maar Henk heeft echt wel eens gedacht dat hij mij zou verliezen. Er zijn wel wat bijwerkingen van de bestraling. Zo moet ik mezelf dwingen om te eten, heb nou eenmaal minder eetlust. Onlangs had ik nog een speekselklier ontsteking en dan schrik je toch wel even. Gelukkig was er verder niets aan de hand. Het geeft mij vertrouwen dat ik elke drie maanden wordt gecontroleerd en garantie hebben we allemaal niet, toch?’


Ingeborg is gekoppeld aan Hindeloopen als inspirator, waar ze het onderzoek van Dr. Jan Jaap Hendrickx en Femke Jansen ondersteund. Meer informatie vind je hier